Een liposuctie is het wegzuigen van onderhuidse abnormale vetophopingen. Het woord betekent letterlijk vet (= lipo) wegzuigen (= suctie). Abnormale vetophopingen kunnen zich vormen op verschillende plaatsen: de buik, heupen, bovenbenen, billen, onderbenen, knieën, nek… Ze komen voor door een hoog aantal vetcellen op die plaatsen. Een belangrijke voorwaarde om een liposuctie te kunnen uitvoeren, is dat de huid voldoende elastisch is. Als dat niet zo is of er is sprake van cellulitis, dan kan de abnormale vetophoping enkel verwijderd worden door plastische chirurgie. Een nadeel hiervan is dat er littekens aan overblijven. Een liposuctie vindt zo goed als altijd plaats onder narcose. Enkel bij kleine contourafwijkingen, zoals bijvoorbeeld bij een liposuctie knieën, wordt er een plaatselijke verdoving toegediend. Bij een kleine ingreep kan de patiënt meteen naar huis, voor grotere ingrepen wordt er een dag opname gepland. De operatie verloopt als volgt: eerst teken de plastische chirurg het gebied af dat gecorrigeerd zal worden. Dan wordt de patiënt onde narcose gebracht. Vervolgens worden er kleine sneetjes gemaakt op plaatsen die niet opvallen om een vloeistof in te spuiten die het wegzuigen makkelijker zal maken en bloedverlies zal verminderen. Daarna wordt er een zuigbuis ingebracht via de huidsnedes om het overtollige vet weg te zuigen. Wanneer het gewenste resultaat er is, worden de huidsnedes weer dichtgemaakt en is de operatie klaar. Na de operatie krijgt de patiënt speciale drukkleding die tot twee tot vier weken na de operatie gedragen moet worden om de huid terug goed op de onderlaag te laten kleven. Bij het douchen of wassen kan deze drukkleding natuurlijk even uit. Een belangrijke notitie hierbij is dat liposuctie een techniek is louter om overtollig vet weg te halen. Een liposuctie is geen manier om te vermageren. Het biedt een verbeterde contour, maar geen perfectie. Onregelmatigheden in de huid kunnen niet altijd verbeterd worden. |
https://faceland.nl |